Het gebeurde dinsdagavond 20 oktober. Het was half acht. De waterkoker floot net dat hij de maximale temperatuur bereikt had en dus liep ik met mijn kopje naar het aanrecht, vulde het met het hete water en nadat het zakje naar mijn smaak (groene thee, niet te donker, redelijk licht) voldoende getrokken had liep ik terug naar mijn bureau. Ik zette het kopje thee voor me neer, schoof aan en wat er toen gebeurde herinner ik me niet. Maar op de een of andere manier viel het kopje ongelukkig in mijn schoot, op mijn rok, mijn panty en druppelde op mijn voet. In een fractie van een seconde verging ik van de pijn en ben ik met een noodgang onder de douche gaan staan. De pijn drong tot me door, maar de gedachte van wat er zojuist gebeurde niet. Wat ben ik blij dat mijn instinct op zo'n cruciaal moment werkt. De enige gedacht die door me heen ging was 'water, water, water & de rest komt later'.
Na ongeveer tien minuten onder de lauwe douche te hebben gestaan probeer ik voorzichtig, met de angst in mijn lijf en de tranen in mijn ogen onder het elastiek van mijn rok te kijken naar de schade en zie dat ik vanaf mijn navel tot halverwege mijn bovenbeen vuurrood ben. Dit kan ik niet alleen. Dit is niet goed. Ik moet hier iemand bij halen. Op zo'n moment is alleen wonen even helemaal niet meer fijn. Wat wel fijn is, is familie die op een steenworp afstand woont en op zo'n moment niet twijfelt, maar meteen in actie schiet en binnen vijf minuten bij je staat. Ik had namelijk na een kwartier te koelen in een sneltreinvaart mijn telefoon van mijn bureau gegrist om mijn tante te bellen die 1 straat verder woont. (Mijn ouders zijn altijd thuis, maar je zal altijd zien dat ze net op die avond iets gepland hebben aan de 'overkant' en dan is het uitermate fijn dat er familie in de buurt woont waar je op kunt bouwen).
Na ongeveer tien minuten onder de lauwe douche te hebben gestaan probeer ik voorzichtig, met de angst in mijn lijf en de tranen in mijn ogen onder het elastiek van mijn rok te kijken naar de schade en zie dat ik vanaf mijn navel tot halverwege mijn bovenbeen vuurrood ben. Dit kan ik niet alleen. Dit is niet goed. Ik moet hier iemand bij halen. Op zo'n moment is alleen wonen even helemaal niet meer fijn. Wat wel fijn is, is familie die op een steenworp afstand woont en op zo'n moment niet twijfelt, maar meteen in actie schiet en binnen vijf minuten bij je staat. Ik had namelijk na een kwartier te koelen in een sneltreinvaart mijn telefoon van mijn bureau gegrist om mijn tante te bellen die 1 straat verder woont. (Mijn ouders zijn altijd thuis, maar je zal altijd zien dat ze net op die avond iets gepland hebben aan de 'overkant' en dan is het uitermate fijn dat er familie in de buurt woont waar je op kunt bouwen).